openingswedstrijd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ope·nings·wed·strijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord openingswedstrijd openingswedstrijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de openingswedstrijdm

  1. (sport) de eerste wedstrijd van een toernooi of competitieseizoen
     Duitsland maakte indruk in hun openingswedstrijd, waarin de ploeg van bondscoach Martina Voss-Tecklenburg Denemarken tot figurant degradeerde en met 4-0 zegevierde. Spanje, zelf met 4-1 winnend van Finland, zou derhalve gewaarschuwd moeten zijn en zeker beducht zijn voor cadeautjes in het Brentford Community Stadium in Londen.[1]
     Vrijdagavond won het flink versterkte Arsenal openingswedstrijd van de Premier League. De ploeg van trainer Mikel Arteta versloeg stadgenoot Crystal Palace op Selhurst Park met 2-0.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Voetbal
    “Duitsland na zege op Spanje kwartfinalist op EK, Denemarken nog kansrijk” (Dinsdag 12 juli, 19:53), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Voetbal
    “Liverpool begint met puntenverlies tegen Fulham, Tottenham wint na achterstand” (Zaterdag 6 augustus, 15:24), NOS