Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oor·logs·ver·haal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oorlogsverhaal oorlogsverhalen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het oorlogsverhaalo

  1. verslag van een waargebeurde of verzonnen gebeurtenis die een verband heeft met een gewapende strijd
     "Sorry maat, ik kan me niet herinneren dat jij in het toestel zat. Ik weet nog wel dat je een uur later, nadat wij waren geland, kwam aanlopen en vroeg wat er gebeurd was en ook dat jullie met andere Chinooks naar Koeweit vertrokken om jullie 'oorlogsverhaal' aan Nightly News te vertellen".[1]
     De EO heeft nieuwe plannen voor een herdenkingsshow op televisie op 4 mei. Even na de Dodenherdenking wil de omroep een oorlogsverhaal uitzenden dat live door acteurs in Rotterdam wordt nagespeeld.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Excuses topjournalist voor stoer verhaal” (05-02-2015), NOS
  2.   Weblink bron “EO verhuist tv-programma 4 mei” (08-10-2014), NOS