oorlogsburgemeester

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oor·logs·bur·ge·mees·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oorlogsburgemeester oorlogsburgemeesters
verkleinwoord oorlogsburgemeestertje oorlogsburgemeestertjes

Zelfstandig naamwoord

de oorlogsburgemeesterm

  1. iemand die tijdens de Duitse bezetting gedurende de Tweede Wereldoorlog door de bezetter tot burgemeester van een gemeente werd benoemd

Gangbaarheid

Meer informatie