oogtand
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oog·tand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oogtand | oogtanden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de oogtand m
- (anatomie) hoektand van de bovenkaak (en soms ook van de onderkaak)
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord oogtand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oogtand" herkend door:
45 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ oogtand op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be