Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·zin·zin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onzinzin onzinzinnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de onzinzinm

  1. (taalkunde) een serie woorden die hoewel ze gezamenlijk in syntactisch verband een afgerond geheel vormen toch betekenisloos zijn
Synoniemen

Gangbaarheid