onwetendheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·we·tend·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onwetendheid | onwetendheden |
verkleinwoord | onwetendheidje | onwetendheidjes |
Zelfstandig naamwoord
de onwetendheid v
- afwezigheid van kennis bij iemand
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord onwetendheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onwetendheid" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be