onwaarheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onwaarheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- on·waar·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onwaarheid | onwaarheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de onwaarheid v
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord onwaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onwaarheid" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be