Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·voor·spel·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onvoorspelbaar onvoorspelbaarder onvoorspelbaarst
verbogen onvoorspelbare onvoorspelbaardere onvoorspelbaarste
partitief onvoorspelbaars onvoorspelbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

onvoorspelbaar

  1. waarvan de uitkomst niet bij voorbaat te kennen is
    • Hij vertoont soms de onvoorspelbaarste reacties. 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be