Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·waard·de

Werkwoord

vervoeging van
ontwaarden

ontwaardde

  1. enkelvoud verleden tijd van ontwaarden
    • Ik ontwaardde. 
    • Jij ontwaardde. 
    • Hij, zij, het ontwaardde. 
Gelijkklinkende woorden