ontvankelijkheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·van·ke·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van ontvankelijk met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontvankelijkheid | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de ontvankelijkheid v
- het ontvankelijk zijn
- (juridisch) het voldoen aan formele voorwaarden van een officieel schrijven aan de overheid
Synoniemen
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord ontvankelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.