Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·snapt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van ontsnappen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
ontsnappen

ontsnapt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontsnappen
    • Jij ontsnapt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontsnappen
    • Hij ontsnapt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontsnappen
    • Ontsnapt! 
vervoeging van: ontsnappen…
verbogen vorm: ontsnapte

ontsnapt

  1. voltooid deelwoord van ontsnappen
     Ontsnapt aan de dood[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers