Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·plooi·ings·kans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ontplooiingskans ontplooiingskansen
verkleinwoord ontplooiingskansje ontplooiingskansjes

Zelfstandig naamwoord

de ontplooiingskansv / m

  1. ontwikkelingskansen, de mogelijkheid om tot volle wasdom komen, de mogelijkheid om te zichbaar te maken wat in potentie al aanwizig is.
    • Hij kreeg in zijn nieuwe baan veel ontplooiingskans om uit te groeien tot een kundig en ervaren chirurg. 
    • Lang niet alle kinderen in de derde wereld krijgen de ontplooiingskans die ze wel verdienen. 

Gangbaarheid