Nederlands

 
kersenontpitter
Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·pit·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ontpitter ontpitters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de ontpitterm

  1. (huishouden) gereedschap waarmee een harde pit eenvoudig kan worden verwijderd uit een vrucht zonder laatstgenoemde daarbij te beschadigen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie