ontladen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·la·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontladen |
ontlaadde |
ontladen |
zwak -d
gemengd |
volledig |
Werkwoord
ontladen
- overgankelijk iets (bijv. een dier, voertuig enz.) van zijn last ontdoen
- Het ontladen van het voertuig.
- overgankelijk (natuurkunde) iets van zijn elektrische lading ontdoen
- Het laden en ontladen van een condensator.
Synoniemen
- [1] ontlasten
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van: | ontladen… |
geen verbogen vorm |
ontladen
- voltooid deelwoord van ontladen
Gangbaarheid
- Het woord ontladen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontladen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be