Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·ken·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontkennen
ontkende
ontkend
zwak -d volledig

Werkwoord

ontkennen

  1. overgankelijk verklaren dat het gestelde niet waar is
    • Hij ontkent enige betrokkenheid. 
     ‘No I don’t,’ ontkende ik met een dikke grijns en liep naar buiten om een huisje te boeken voor de komende nacht.[1]
     Het totaalresultaat was indrukwekkend, dat viel niet te ontkennen.[2]
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be