Nederlands

 
Professor Kouwenhoven, de ontdekker van het Majorana-deeltje
Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·dek·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ontdekker ontdekkers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ontdekkerm

  1. iemand die iets ontdekt wat al wel bestond, maar nog niet gevonden of bekend was
    • Columbus is de ontdekker van Amerika. 
Verwante begrippen
Hyponiemen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen