Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·heils·wens
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onheilswens onheilswensen
verkleinwoord onheilswensje onheilswensjes

Zelfstandig naamwoord

de onheilswensm

  1. vervloeking, verwensing, anathema, verdoeming.
    • 'Ze zeggen dat elke onheilswens bij de Dode Steen uitgesproken, tot waarheid wordt... 

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be