Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·wor·pe·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderworpene onderworpenen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de onderworpenev / m

  1. persoon die onderworpen is

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be