Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·wijs·bond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderwijsbond onderwijsbonden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de onderwijsbondm

  1. (onderwijs) (vak)bond die de belangen behartigt van leraren
    • Twee grote onderwijsbonden, de Algemene Onderwijsbond (AOb) en de Algemene Vereniging voor Schoolleiders (AVS), luidden eerder deze week de noodklok over het grote aantal rechtszaken dat ouders tegenwoordig aanspannen tegen scholen als zij hun zin niet krijgen. [1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen