ondertekenden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·der·te·ken·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ondertekenen |
ondertekenden
- meervoud verleden tijd van ondertekenen
- Wij ondertekenden.
- Jullie ondertekenden.
- Zij ondertekenden.
- Wij ondertekenden.
vervoeging van |
---|
ondertekenen |
ondertekenden