Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·schrij·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderschrijding onderschrijdingen
verkleinwoord onderschrijdinkje onderschrijdinkjes

Zelfstandig naamwoord

de onderschrijdingv

  1. het uitgeven van minder geld dan begroot is
    • De onderschrijding was een gunstige bijkomstigheid. 

Gangbaarheid