onbaatzuchtigheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·baat·zuch·tig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van onbaatzuchtig met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onbaatzuchtigheid | onbaatzuchtigheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de onbaatzuchtigheid v
- de bereidheid om iets bij te dragen zonder er zelf baat bij te hebben
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord onbaatzuchtigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.