omzeil
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·zeil
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omzeilen |
omzeil
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzeilen
- Ik omzeil.
- gebiedende wijs van omzeilen
- Omzeil!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzeilen
- Omzeil je?
Verwante begrippen
- [1] zeil om
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omzeilen |
omzeil
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzeilen
- ... dat ik omzeil.