Nederlands

 
omheiningsmuur
Uitspraak
Woordafbreking
  • om·hei·nings·muur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord omheiningsmuur omheiningsmuren
verkleinwoord omheiningsmuurtje omheiningsmuurtjes

Zelfstandig naamwoord

de omheiningsmuurm

  1. (bouwkunde) een stenen muur die een stuk grond afschermt van de omgeving en er voor zorgt dat men niet naar buiten kan gaan
     In de dierentuin van Berlijn is zondag een beer ontsnapt. Juan (19), 110 kilo zwaar en twee meter lang, gooide een tak in de gracht rond zijn buitenplaats. Staande op de tak, hees hij zichzelf omhoog aan de twee meter hoge omheiningsmuur.[1]
     Twee gevangenen zijn maandag op een zeer klassieke manier ontsnapt uit de gevangenis in het Belgische Verviers. Ze hadden met een schroevendraaier een groot gat gemaakt in de muur van hun cel. Daarna knoopten ze lakens aan elkaar en daalden zo naar beneden. Bij een omheiningsmuur stonden handlangers klaar met een ladder.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Beer ontsnapt in dierentuin Berlijn” (30 augustus 2004), Reformatorisch Dagblad
  2.   Weblink bron “Belgische boeven ontsnappen met laken” (14 april 2008), Reformatorisch Dagblad