Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • olie·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oliesteen oliestenen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de oliesteenm

  1. (techniek) slijpsteen voor fijn gereedschap, gemaakt van wat zachtere steensoort die met vloeibaar vet doordrenkt wordt
     Zijn vader had hem weer eens op pad gestuurd: ‘Ga een nieuwe akst voor me kopen en anders een nieuwe wetsteen’ - of met een soortgelijke opdracht. Leon besefte terdege dat het zijn vader daarbij niet om de boodschap te doen was - de man was niet slecht ter been, hield van een praatje met de smid en bezat nog een zo goed als onuitgesleten oliesteen.[2]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron De akst in: Dietsche Warande en Belfort., jrg. 136 nr. 6 (december 1991), Uitgeverij Peeters, Leuven, p. 668