Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • olie·sjeik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oliesjeik oliesjeiks
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de oliesjeikm

  1. zeer rijke heerser uit een olie exporterend, Arabisch land
    • Er zijn plannen om 75 miljoen liter gasolie in de vierhonderd meter lager gelegen zoutholtes te pompen. Een voorraadje olie voor extreem koude winters of wanneer onverhoopt een oliesjeik het op zijn heupen mocht krijgen. Oliedicht [3] 
    • Aanvankelijk kon minister Bussemaker melden dat Nederland - dankzij de steun van de gehele Tweede Kamer - de twee werken voor 160 miljoen euro had aangekocht. Nederland zou 80 miljoen beschikbaar stellen; het Rijksmuseum diende met de tweede 80 miljoen op de proppen te komen. Daarmee wilden regering en parlement voorkomen dat ze achter de gesloten deuren van de slaapkamer van een puissant rijke oliesjeik zouden verdwijnen. [4] 
    • Bij Paris-Saint Germain, waar hij de voorgaande twee seizoenen de leiding had, kon hij niet bouwen zoals hij bij Sevilla deed. Als een oliesjeik even daarvoor een krappe 400 miljoen euro voor Neymar en Kylian Mbappé neerlegt, is er geen tijd voor een proces. Dan moet er gewonnen worden. Hij pakte weliswaar zeven prijzen, kampioen werd-ie vorig seizoen, maar in de Champions League speelden de Parijzenaren niet de rol die de rijke piefen van bovenaf in gedachten hadden. [5] 

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen