Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • olie·aan·voer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord olieaanvoer olieaanvoeren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de olieaanvoerm

  1. het transporteren van aardolie naar een bepaald gebied
     Ik had tenslotte met eigen ogen gezien hoe het Suezkanaal in Egypte lag en dat was tot nu toe geen bedreiging geweest voor de olieaanvoer. Hoe de olieaanvoer er beter van zou worden dat Engeland, Frankrijk en Israël bombardeerden was moeilijk te begrijpen.[1]
     Ze hebben ook publieke taken. Ze moeten de olieaanvoer garanderen, en de afvalafvoer. Ze bieden plaats aan de visserij. Ze zijn een verbinding met het achterland. De Fransen zegen dat ook: een spoorlijn naar Marseille is niet alleen een spoorlijn naar de haven. Die dient ook andere doelen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  2.   Weblink bron
    Frans Boogaard
    “Europarlement laakt Brussel voor havenbeleid” (14-06-2017), Tubantia