Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oka·pi
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘herkauwer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord okapi okapi's
verkleinwoord okapietje okapietjes

Zelfstandig naamwoord

de okapim

  1. (evenhoevigen) Okapia johnstoni  , groot zoogdier dat nauw verwant is aan de giraffe en in de tropische regenwouden van centraal Afrika leeft
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Turks

Woordafbreking
  • oka·pi
enkelvoud meervoud
nominatief   okapi     okapiler  
genitief   okapinin     okapilerin  
datief   okapiye     okapilere  
accusatief   okapiyi     okapileri  
locatief   okapide     okapilerde  
ablatief   okapiden     okapilerden  

Zelfstandig naamwoord

okapi

  1. (evenhoevigen) okapi