oempa
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oem·pa
Woordherkomst en -opbouw
- klanknabootsing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oempa | oempa's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de oempa m
- (muziek) muziek van een straatmuzikant
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord oempa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oempa" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be