oefenplaats
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oefenplaats (hulp, bestand)
Woordafbreking
- oe·fen·plaats
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oefenplaats | oefenplaatsen |
verkleinwoord | oefenplaatsje | oefenplaatsjes |
Zelfstandig naamwoord
- plaats om iets te oefenen
Gangbaarheid
- Het woord 'oefenplaats' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.