Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oe·fen·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oefenboek oefenboeken
verkleinwoord oefenboekje oefenboekjes

Zelfstandig naamwoord

het oefenboeko

  1. een boek met oefeningen dat in het onderwijs gebruikt wordt
    • Naast het lesboek Nederlands hadden we ook een oefenboek om invuloefeningen te maken zodat we de lesstof ook in de praktijk konden brengen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be