ochtendrust
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ochtendrust (hulp, bestand)
Woordafbreking
- och·tend·rust
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ochtend en rust
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ochtendrust | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ochtendrust m
- een periode in de (heel vroege) ochtend met weinig of geen activiteit
- Tijdens de ochtendrust is het nog heerlijk stil in de stad.
Gangbaarheid
- Het woord 'ochtendrust' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.