nuttiger
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nut·ti·ger
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van nuttigen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nuttiger | nuttigers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de nuttiger m
- iemand die (iets) nuttigt
Bijvoeglijk naamwoord
nuttiger
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van nuttig
Gangbaarheid
- Het woord nuttiger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.