Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nuts·func·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  nut zn  en  functie zn  met het invoegsel -s- 
    • [1] met "nut" als verkorting van oude uitdrukkingen als "nut van het algemeen" of "openbaar nut"
enkelvoud meervoud
naamwoord nutsfunctie nutsfuncties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de nutsfunctiev

  1. (economie) (politiek) bedrijvigheid met een maatschappelijk belang dat aanzienlijk groter is dan wat haar klanten kunnen of willen betalen
    Dit maatschappelijke belang kan leiden tot discussie over regelgeving, toezicht of uitvoering door of namens de overheid.
     Alleen bij een overnamebod op een bedrijf dat een belangrijke nutsfunctie vervult, zou de Nederlandse overheid de mogelijkheid moeten hebben om in te grijpen. Dat vindt Eumedion, de belangenbehartiger van institutionele beleggers als pensioenfondsen en verzekeraars. Eumedion denkt daarbij aan energie- en waterbedrijven en bepaalde ondernemingen op het gebied van telecom en transport en logistiek.[1]
  2. (economie) (welvaartstheorie) wiskundige vergelijking die laat zien hoe de hoeveelheid van iets dat genoegen geeft, samenhangt met de hoeveelheid genoegen die het oplevert
     De nutsfunctie geeft aan hoe het nut afhangt van de hoeveelheid goederen. Het is een functie in de wiskundige zin.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “'Geef overheid alleen rol bij overnamebod op nutsbedrijven'” (23 maart 2017) op nu.nl  
  2.   Weblink bron Het liefdesleven van de homo economicus in: Hollands Maandblad., 631/632 jrg. 42 nr. 6/7 (juni/juli 2000), Stichting Hollands Maandblad / Uitgeverij L.J. Veen, Amsterdam, p. 33 n. 1