nutsdier
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nuts·dier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nutsdier | nutsdieren |
verkleinwoord | nutsdiertje | nutsdiertjes |
Zelfstandig naamwoord
het nutsdier o
- beest dat door mensen wordt gehouden om producten voort te brengen of voor ander praktische voordelen
- ▸ Tot in de eerste helft van deze eeuw vervulden dieren nog hoofdzakelijk de functie van ‘nutsdier’; het begrip ‘gezelschapsdier’ was nog niet uitgevonden. Katten werden gehouden om muizen te vangen, honden waren waak- of trekhond, paarden werkten op het land en trokken de wagen van de melkboer en tortelduiven werden in kooitjes gehouden om mensen voor gordelroos te behoeden.[1]
Hyponiemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord nutsdier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Just WalterDieren in dienst in: NRC Handelsblad, jrg. 22 nr. 267 (13 augustus 1992), Nieuwe Rotterdamse Courant, Rotterdam, p. 18 (W&O 2) kol. 6