Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nu·tri·ent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nutriënt nutriënten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

nutriënt v / m / o

  1. (voeding) elke stof die op enigerlei wijze door een organisme opgenomen kan worden, en daarin nuttig gebruikt kan worden, een voedingsstof
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

75 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen