nuntiatuur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nuntiatuur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- nun·ti·a·tuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nuntiatuur | nuntiaturen |
verkleinwoord | nuntiatuurtje | nuntiatuurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de nuntiatuur v
- (religie) residentie van de nuntius
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord nuntiatuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nuntiatuur" herkend door:
32 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be