novořecky
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /nɔvɔr̝ɛtskɪ/
Woordafbreking
- no·vo·řec·ky
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord novořecký met het achtervoegsel -y
- Afgeleid van het bijwoord řecky met het voorvoegsel novo-
Bijwoord
novořecky
- (taal) (in het) Nieuwgrieks; met betrekking tot de taal het Nieuwgrieks