Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • no·tu·lant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord notulant notulanten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de notulantm

  1. (beroep) iemand die het verslag van een vergadering maakt
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be