Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • noord·sta·ti·on
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord noordstation noordstations
verkleinwoord noordstationnetje noordstationnetjes

Zelfstandig naamwoord

het noordstationo

  1. (spoorwegen) het station dat in het noorden van een stad gelegen is en soms ook een kopstation met sporen enkel in noordelijke richting
    • Het noordstation was toe aan een verbouwing na 30 jaar gebruik. 
Verwante begrippen

Meer informatie