noordse witsnuitlibel

Nederlands

 
Paringsrad
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • noord·se wit·snuit·li·bel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord noordse witsnuitlibel noordse witsnuitlibellen
verkleinwoord noords witsnuitlibelletje noordse witsnuitlibelletjes

Zelfstandig naamwoord

de noordse witsnuitlibelv / m

  1. (libellen) Leucorrhinia rubicunda   een vrij kleine echte libel (Anisoptera) uit de familie van de korenbouten (Libellulidae). De soort komt in Nederland algemeen voor en lijkt sterk op de venwitsnuitlibel, maar is iets robuuster en minder kritisch ten aanzien van zijn leefgebied
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie