noorderling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: noorderling (hulp, bestand)
- IPA: /ˈnordərlɪŋ/
Woordafbreking
- noor·der·ling
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van noord met het achtervoegsel -ling met het invoegsel -er- dat een mannelijke persoon aanduidt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | noorderling | noorderlingen |
verkleinwoord | noorderlingetje | noorderlingetjes |
Zelfstandig naamwoord
de noorderling m
- iemand uit het noorden
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord noorderling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.