noodzakelijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nood·za·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van noodzaak (stam van het werkwoord noodzaken) met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e- [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | noodzakelijk | noodzakelijker | noodzakelijkst |
verbogen | noodzakelijke | noodzakelijkere | noodzakelijkste |
partitief | noodzakelijks | noodzakelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
noodzakelijk [2]
- erg nodig
- Met die erge sneeuw doen we alleen de noodzakelijke boodschappen.
- in het wetenschappelijk en filosofisch taalgebruik noemt men iets noodzakelijk als het tegengestelde onmogelijk is
- ▸ Eigenlijk had ik totaal geen honger, maar het was noodzakelijk zo veel mogelijk calorieën binnen te krijgen.[3]
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. erg nodig
Gangbaarheid
- Het woord noodzakelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "noodzakelijk" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ noodzakelijk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be