Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • no·men·kla·toe·ra
Woordherkomst en -opbouw
  • van Russisch номенклатура (nomenklatoera) "namenlijst", de lijst van sleutelposities bij instellingen en bedrijven waarvoor geldt dat de Communistische Partij uitmaakt wie ze vervult; de groep van mensen die op grond van hun relatie met de Communistische Partij belangrijke functies vervullen
enkelvoud meervoud
naamwoord nomenklatoera -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de nomenklatoerav / m

  1. (politiek) (geschiedenis) (Sovjet-Unie en andere communistische landen)" verzamelterm voor de groep van mensen die vanwege hun relatie met de Communistische Partij belangrijke functies vervullen
     In sommige opzichten is Oesovo namelijk geen gewoon dorp. Jarenlang was het de tweede hoofdstad van de verborgen Sovjet-Unie, de wereld van de nomenklatoera. Achter de schuttingen lagen de buitenhuizen van de partij-elite en de paleizen van de sovjet-top.[1]
  2. (figuurlijk) (pejoratief) groep van mensen die machthebbers steunen en daardoor aantrekkelijke posities kunnen bekleden
     Ik leerde Willem ruim drie decennia terug kennen bij Mare, het blad van de Leidse Universiteit. Een jong docent staatsrecht toen, secretaris van de redactieraad en voor ons een sleutelfiguur. Het waren de jaren ’70 – de macht was verdacht en moest gecontroleerd worden. En wij jonge journalisten wilden graag heel erg serieus genomen worden. Willem leidde het gekrakeel daarna in goede banen. Vervolgens moest hij zorgen dat we niet wegbezuinigd werden. Dat deed hij met animo. Hij formuleerde enige ironische prachtzinnen tegen de academische nomenklatoera die we hadden gekwetst, wees ons in het voorbijgaan op wat serieuze verbeterpuntjes en moest erg lachen om alle ophef.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Geert Mak
    “Het dorp van de nomenklatoera” (30 augustus 1996) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Folkert Jensma
    “Willem Witteveen was verdediger rechtsstaat” (21 juli 2014) op nrc.nl