noga-ijs
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- no·ga-ijs
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van noga en ijs
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | noga-ijs | - |
verkleinwoord | noga-ijsje | noga-ijsjes |
Zelfstandig naamwoord
het noga-ijs o
- consumptie-ijs vervaardigd van noga
Gangbaarheid
- Het woord 'noga-ijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.