niffo
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nif·fo
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Sranantongo
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | niffo | niffo's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de niffo m
- zoon van je broer of zus; zon van je oom of tante
- zeer goede vriend
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'niffo' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.