nieuwprijs
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nieuwprijs (hulp, bestand)
Woordafbreking
- nieuw·prijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nieuwprijs | nieuwprijzen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de nieuwprijs m
- de prijs die je moet betalen voor een product als het nog ongebruikt is
- De bierfiets was al zeker vijf jaar oud en de rechtbank heeft de waarde daarom geschat op een kwart van de nieuwprijs: 4500 euro. De huurder moet bovendien de rekening betalen voor het ophalen van het wrak bij de politie (181,50 euro). [2]
- Het gaat om de nieuwprijs van het toestel, de ten onrechte geïncasseerde termijnen en de wettelijke rente. In totaal is dat een bedrag van ongeveer 1100 euro. [3]
- Bovendien: 70 jaar geleden was het ook al geen koopje, want met een nieuwprijs van zo'n 900 euro was de Sahara tweemaal zo duur als een standaard 2CV. De veiling is op 11 mei en de voorzichtige schatting is dat de auto tussen de 80.000 en 120.000 euro gaat opleveren. [4]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord nieuwprijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nieuwprijs" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Mark Wijdeven 25-01-18 Verongelukte bierfiets: Huurder moet 4500 euro schadevergoeding lappen
- ↑ Tubantia 05-05-18 T-Mobile moet 'gratis' telefoon terugbetalen
- ↑ Tubantia Erik Kouwenhoven 08-05-18 Deze 70 jaar oude Lelijke Eend kost net zo veel als een nieuwe Porsche 911
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be