nieuwjaarsprogramma

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nieuw·jaars·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nieuwjaarsprogramma nieuwjaarsprogramma's
verkleinwoord nieuwjaarsprogrammaatje nieuwjaarsprogrammaatjes

Zelfstandig naamwoord

het nieuwjaarsprogrammao

  1. radioprogramma of televisieprogramma dat op nieuwjaarsdag wordt uitgezonden
    • Het nieuwjaarsconcent van de Wiener Philharmoniker is deel van het nieuwjaarsprogramma. 

Gangbaarheid