Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • neus·pulk·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van neus en de stam van pulken met het achtervoegsel -sel
enkelvoud meervoud
naamwoord neuspulksel neuspulksels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het neuspulkselo

  1. opgedroogd slijm dat voor in de neus zit en dat door neuspeuteren er met een vinger uitgehaald kan worden
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen