neurologe
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- neu·ro·lo·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | neurologe | neurologes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de neurologe v
- (beroep) (medisch) vrouwelijke arts gespecialiseerd in ziekten van het zenuwstelsel
- Religieus fundamentalisme moet worden gezien als een psychische stoornis. Dat stelt de Engelse neurologe Kathleen Taylor. [1]
- Een van die wetenschappers is Alla Vein. De neurologe behoort tot een Leidse onderzoeksgroep die twee jaar geleden opzien baarde door in een wetenschappelijke tijdschrift het bestaan te onthullen van een nieuwe kwaal: ruimtehoofdpijn. De verschijnselen doen zich voor bij een selecte groep: astronauten. [2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord neurologe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "neurologe" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Reformatorisch Dagblad 22-08-2013 Engelse neurologe: Religieus extremisme is ziekte
- ↑ Tubantia Peter van Ammelrooy 21-12-11 Wat Kuipers in de ruimte gaat doen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be